Graaf Willem III stelt in 1323 een tol in op de handel van bier uit Hamburg. Consumenten vinden dit hopbier lekkerder dan het lokale gruitbier. Hiermee loopt de graaf accijnzen mis. De tol op Hamburgs bier moet dat compenseren.
Amsterdam is nog steeds een klein stadje. De vestiging van de tol heeft dan vermoedelijk ook weinig te maken met de belangrijkheid van de stad. De graaf stelt de tol in op een aantal strategische plekken waar het bier wordt ingevoerd, en Amsterdam is simpelweg één van die plekken.
De biertol blijkt wel één van de fundamenten van de voorbestemde wereldstad. Naast lokale consumptie vervoeren schippers het bier naar Antwerpen en Brugge. De stad verwerft zich daarmee een positie als transporteur en de route via Amsterdam vormt een alternatief als de Hanze in conflict komt met Antwerpen. Amsterdamse producten (vis en zuivel) vinden zo ook hun weg richting Antwerpen.
Maar nog belangrijker: de tol versterkt de handel met Hamburg. Kooplieden doen zo contacten op die de basis vormden voor de handel op het Oostzeegebied. Vanaf 1360 varen Hollandse kooplieden Hamburg voorbij en gaan ze direct met het Oostzeegebied handelen in hout en graan in ruil voor haring, zuivel en laken, evenals zout en wijn uit Frankrijk. Zo is de "moedernegotie" geboren.
Amsterdam is nog steeds een klein stadje. De vestiging van de tol heeft dan vermoedelijk ook weinig te maken met de belangrijkheid van de stad. De graaf stelt de tol in op een aantal strategische plekken waar het bier wordt ingevoerd, en Amsterdam is simpelweg één van die plekken.
De biertol blijkt wel één van de fundamenten van de voorbestemde wereldstad. Naast lokale consumptie vervoeren schippers het bier naar Antwerpen en Brugge. De stad verwerft zich daarmee een positie als transporteur en de route via Amsterdam vormt een alternatief als de Hanze in conflict komt met Antwerpen. Amsterdamse producten (vis en zuivel) vinden zo ook hun weg richting Antwerpen.
Maar nog belangrijker: de tol versterkt de handel met Hamburg. Kooplieden doen zo contacten op die de basis vormden voor de handel op het Oostzeegebied. Vanaf 1360 varen Hollandse kooplieden Hamburg voorbij en gaan ze direct met het Oostzeegebied handelen in hout en graan in ruil voor haring, zuivel en laken, evenals zout en wijn uit Frankrijk. Zo is de "moedernegotie" geboren.