Tot en met 12e eeuw
- Door het ontbreken van archeologische vondsten van voor 1175, gaan historici ervan uit dat er in de omgeving van Amsterdam voor die tijd geen bewoning is.
- Holland is leeg: op zandgronden in het Gooi en in de duinen langs de kust leiden mensen een schamel, nagenoeg autarkisch bestaan. De rest is nat en grotendeels onbewoond. Amsterdam is een soort Naardermeer.
- Rond het jaar 1000 beginnen pioniers met de ontginning van de natte gronden. Ze leggen dorpen en sloten aan, zoals Sloten in 1063.
- In diezelfde periode verandert een aantal stormen en overstromingen het landschap, zoals in 1170 (Allerheiligenvloed) en in 1173. Het zoete Flevomeer verdwijnt en de Zuiderzee ontstaat. Ook het water in het IJ wordt zout. De overstromingen zetten langs de oevers van de Amstelmonding een dikke kleilaag af. De IJ-oever ligt dan ter hoogte van de Nieuwezijds Kolk en Dirk van Hasseltssteeg.
- De ontginning heeft een onbedoeld gevolg: de ontgonnen gronden beginnen in te klinken en zijn daardoor kwetsbaar voor overstromingen. Mede hierdoor ontstaan binnenmeren als de Purmer, de Beemster, en de Bijlmer. De bewoners verdedigen zich met de eerste dijken. Ze bedijken de hele zuidkant van het IJ, van het Gooi via de Amstelmond naar Haarlem. De Zeedijk en Haarlemmerdijk zijn hier de resten van.
- Sluizen en dammen moeten voorkomen dat zout water het land in stroomt en zorgen tegelijkertijd voor afwatering.
- Rond 1175 leggen de eerste Amsterdammers terpjes aan op de stevige kleilaag langs de monding van de Amstel, met daarop kleine huisjes. Vermoedelijk gaat het om ontginners met natte voeten die langs de dijk droge grond vinden die niet inklinkt. Wel moeten ze de terpjes regelmatig ophogen.
- De huisjes zijn simpel, ter grootte van een huidige woonkamer, met boomstammen, wanden van takken met leem en een kap van riet of stro. De lemen vloeren lopen glooiend af tegen het regenwater.
- In vroeg Amsterdam wonen niet alleen ontginnende boeren, maar ook vissers en ambachtslieden. Op de oudst bekende plekken van de stad vinden archeologen afval met resten van wevers, smeden en tinnegieters.
- De Nieuwendijk (heette eerst Molenstraat) en de Warmoesstraat (eerst Kerkstraat) liggen tussen de huisjes en de rivier en zijn de oudste straten van de stad. De oude en nieuwe zijde zijn eerst Kerkszijde en Molenzijde, met de nodige rivaliteit en regelmatige knokpartijen.
13e eeuw:
- Amsterdam hoort bij het oudste ontginnersdorp in de regio: Ouderkerk
- De Bisschop Utrecht is de landsheer. Hij delegeert het lokale bestuur aan de Heren van Amstel.
- De economie is vermoedelijk grotendeels zelfvoorzienend, vooral vis en zuivel. De bewoners zijn parttime stedeling en doen allemaal aan landbouw voor de voedselvoorziening.
- De landsheer verleent Amsterdam wel al snel het recht op een markt en een korenmolen. Dat wekt de indruk dat de stad een zekere centrumfunctie heeft in de regionale handel, zeker ook omdat Amsterdam in de directe omgeving geen akkerbouw heeft.
- Rond 1300 heeft Amsterdam zo'n 1000 inwoners. Ter vergelijking: Gent en Parijs zijn de grootste steden buiten Italiƫ, en hebben dan rond de 65000 inwoners.
- Waarschijnlijk ergens tussen 1265 en 1275 bouwen de bewoners de Dam, met spuisluizen.
- Bewoners plempen stukken land aan in de Amstel, zodat de Molenstraat en de Kerkstraat aan beide zijden bebouwing krijgen. Deze vroege stadsuitbreiding is het eerste land dat de stad verovert op het water. Bij de sloop van de Rotterdamsche Bank aan het Rokin vinden archeologen in 1987 resten van de oorspronkelijke oever.
- In 1275 wordt Amsterdam genoemd in het Tolprivilege (zie aflevering Tolprivilege). Dit is het oudst bekende gebruik van de stadsnaam.
- 1280-1290: Vermoedelijk bouwt graaf Floris V een fort in de Amstelmonding, als onderdeel van een reeks versterkingen in Holland (zie aflevering De Heren van Amstel en een raadselachtig fort).
- De uitvinding van de Kogge (“jumbo-vliegtuig van de 13e eeuw") vergroot de vervoerscapaciteit van schippers en vormt de basis voor de toekomstige groei.
- Er bestaat een theorie dat de Amstel tot 1100 bij het Amstelstation in oostelijke richting afbuigt naar de Diemermeer en dat ontginners voor een betere afwatering een kanaal graven die de Amstel laat aansluiten op een kreek, die bij de Stopera ontspringt en in het IJ uitmondt. Zowel archeologisch onderzoek tijdens de aanleg van de Noord-Zuid lijn in de oude rivierbedding onder het Rokin, als geologisch onderzoek in de regio weerleggen dit. Dit stuk van de rivier is oorspronkelijk wel licht kronkelig en is vermoedelijk op enig moment recht getrokken, waarschijnlijk door aanplempingen. Meer leuke info is oa hier en hier te vinden.