19751027

De Heren van Amstel en een raadselachtig kasteel

Leden van wat later de familie Van Amstel gaat heten, zijn in eerste instantie onvrije dienaren van de bisschoppen van Utrecht. De bisschoppen geven in de elfde eeuw opdracht tot de ontginningen in het gebied van de "Amestelle". Ze stellen de Van Amstels aan als dienstmannen om de rechtsmacht uit te oefenen in dit nieuwe land.

Ironisch: het Muiderslot heet nu ook wel Kasteel Amsterdam
De eerst bekende bestuurder van Amstelland was Wolfgerus, in 1105. Zijn nakomelingen slagen er niet alleen in om van hun horigheid af te komen, ook wordt hun positie als bestuurders van het Amstelland erfelijk. Ze vestigen zich op een versterkte boerderij in Ouderkerk. 

In de 12e en 13e eeuw proberen de heren van Amstel hun positie te versterken door de landsheer in Utrecht uit te spelen tegen de graven van Holland. De anti-Hollandse gezindheid van de Van Amstels pakt evenwel slecht uit als in de loop van de tijd de macht van Holland versterkt ten koste van die van Utrecht. 

Om zijn macht verder te versterken, bouwt Floris V een reeks versterkingen aan de randen van zijn graafschap, zoals het Muiderslot in de monding van de Vecht en Kasteel Radboud op de grens met West Friesland. Vermoedelijk begint Floris V rond 1285 met de bouw van een fort in de Amstelmonding, op de westoever van de Amstel.

De aanhouding van Floris V
Gijsbrecht IV van Amstel ziet deze machtsuitbreiding als een bedreiging en hij is onderdeel van de oppositie tegen de graaf. In 1296 overspeelt hij evenwel zijn hand. Hij neemt deel aan een complot om Floris V te ontvoeren om zo zijn macht in te perken. De ontvoering mislukt en loopt uit op de dood van de graaf. 

De Van Amstels worden verbannen en hun goederen worden verbeurd verklaard. Tot drie keer toe ondernemen de Van Amstels een poging om terug te keren. Bij de laatste poging in 1300 zien ze kansen als de nieuwe graaf is afgeleid door een oorlog met de Vlamingen. Ze krijgen Amsterdam onder controle en leggen zonder toestemming van de landsheer verdedigingswerken aan. Die bestaan uit palissaden, grachten en aarden wallen. Tijdens opgravingen rond de Nieuwezijds Kolk in 1994 vinden archeologen achter de Nieuwendijk sporen van de wal.

In 1304 richt de Hollandse graaf zijn aandacht op de Van Amstels. Hij belegert Amsterdam en de stad geeft zich na twee weken over. Na het beleg dwingt de graaf de Amsterdammers om de wal weer af te graven en om hun brug (of inmiddels bruggen?) af te breken. Ook raakt de stad het tolprivilege kwijt. Dit is niet het einde van de stad, maar wel het einde van de Van Amstels.

Historici denken dat de graaf ook het kasteel van zijn voorganger laat afbreken. Het kasteel wordt een mythisch verhaal dat voor talloze generaties intens tot de verbeelding spreekt. Serieuze historici wijzen het bestaan van het fort van de hand, omdat er geen direct bewijsmateriaal is. Ze doen mogelijke verwijzingen in bronmateriaal af als geromantiseerde verzinsels. Tot 1994. Dan vinden de archeologen naast de aarden wal ook de fundamenten van het fort. Dat blijft evenwel nog steeds heel raadselachtig, omdat er geen directe eigentijdse beschrijvingen zijn.